Tweedegraadsfuncties - De functies f(x) = ax²
De functies f(x) = ax²
In dit deeltje bespreken we de invloed van de parameter a op de grafiek van de functie 
             f(x) = ax². 
             We gaan er altijd van uit dat a ≠ 0.
          
| a > 0 | a < 0 | |
|---|---|---|
| a toenemend | 
                 
                   
                    Naarmate a groter wordt,   | 
              
                 
                   
                    Naarmate a groter wordt,   | 
            
| a afnemend | 
                 
                   
                    Naarmate a kleiner wordt,   | 
              
                 
                   
                    Naarmate a kleiner wordt,   | 
            
Dus als a ≠ 0, dan zal
- naarmate |a| groter wordt, de grafiek van f(x) = ax² smaller worden.
 - naarmate |a| kleiner wordt, de grafiek van f(x) = ax² breder worden.
 
We zeggen dat we de grafiek van f(x) = ax² verkrijgen door de grafiek van y = x² verticaal 'uit te rekken' met factor |a|. Is a < 0 moet je ook nog spiegelen om de x-as .
Voorbeelden
We tekenen de grafiek van 
             
 en 
             
 en
             
.
          
          
          We vergelijken eerst de functiewaarden in de tabel en de grafiek van 
            
 en 
            
.
          
- Om de grafiek van 
 
                te bekomen, vermenigvuldigen we de y-coördinaat van elk punt van de grafiek van
                
  
                met 2.
             - We zeggen dat we de grafiek van 
 
                krijgen door de grafiek van 
 
                verticaal 'uit te rekken' met factor 2.
             - De grafiek wordt hierdoor smaller.
 
We vergelijken vervolgens de functiewaarden in de tabel en de grafiek van 
            
 en 
            
.
          
- Om de grafiek van 
 
                te bekomen, vermenigvuldigen we de y-coördinaat van elk punt van de grafiek van
                
  
                met 1/2.
             - We zeggen dat we de grafiek van 
 
                krijgen door de grafiek van 
 
                verticaal 'uit te rekken' met factor 1/2.
             - De grafiek wordt hierdoor breder.
 
We kunnen een gelijkaardig onderzoek doen voor de grafieken van de functies van
             
 en 
             
 en
             
.
          
          We zullen tot hetzelfde resultaat komen, want deze grafieken ontstaan uit de grafieken van 
            
 en 
            
 en
            
 
            door ze te spiegelen om de x-as.
          
Ook de grafiek van de functie f(x) = ax² noemen we een parabolen.
- De top van de parabool is (0,0)
 - De symmetrieas van de grafiek is de y-as met vergelijking x = 0.
 - Als a > 0, dan is de grafiek van 
                  f(x) = ax² 
                  een dalparabool. 
Als a < 0, dan is de grafiek van f(x) = ax² een bergparabool. - Als |a| > 1, dan is de grafiek van 
                  y = ax² 
                  smaller dan de grafiek van y = x².  
Als |a| < 1, dan is de grafiek van y = ax² breder dan de grafiek van y = x². 
Je kan de grafiek van de functie y = ax² vinden door de grafiek van y = x² verticaal uit te rekken met factor |a| en als a < 0 moet je ook nog spiegelen om de x-as .